verkloten
- ver·klo·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkloten |
verklootte |
verkloot |
zwak -t | volledig |
verkloten
- overgankelijk (vulgair) grondig verknoeien, bederven
- Ze verklootten de boel daarmee, maar dat kon ze geen lor schelen.
1.
- Het woord verkloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkloten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be