verificatie
- Geluid: verificatie (hulp, bestand)
- ve·ri·fi·ca·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘echtheidsonderzoek’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
- Afgeleid van het Engelse verification (Naamwoord van handeling van verifiëren met het achtervoegsel -atie)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verificatie | verificaties |
verkleinwoord | - | - |
de verificatie v
- onderzoek naar de juistheid of echtheid van iets
- (juridisch) gerechtelijke deugdelijkverklaring van vorderingen op een failliete boedel
- (juridisch) burgerlijk geding over de echtheid of onechtheid van geschriften
1.
- Het woord verificatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verificatie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "verificatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be