verblijd
- ver·blijd
- vervoeging van verblijden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | |
---|---|
onverbogen | verblijd |
verbogen | verblijde |
partitief | verblijds |
verblijd [1]
vervoeging van |
---|
verblijden |
verblijd
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verblijden
- Ik verblijd.
- gebiedende wijs van verblijden
- Verblijd!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verblijden
- Verblijd je?
vervoeging van: | verblijden… |
verbogen vorm: | verblijde |
verblijd
- voltooid deelwoord van verblijden
- Het woord verblijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verblijd" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be