veldwachter
- Geluid: veldwachter (hulp, bestand)
- veld·wach·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veldwachter | veldwachters |
verkleinwoord | - | - |
de veldwachter m
- (ordehandhaving) (beroep) (geschiedenis) (voor 1945:) een ordehandhaver in de kleinere gemeenten op het platteland
- Misschien is de naam veldwachter wel onstaan omdat hij toezicht hield onder andere om te controleren of er geen distels groeiden.
- Het woord veldwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veldwachter" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be