veiligheidsgordel
- vei·lig·heids·gor·del
- samenstelling van veiligheid en gordel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veiligheidsgordel | veiligheidsgordels |
verkleinwoord | veiligheidsgordeltje | veiligheidsgordeltjes |
de veiligheidsgordel m
- (verkeer) een stevige band die iemand in een voer- of vliegtuig vasthoudt in zijn zetel ter bescherming tegen onverhoedse bewegingen
- Het dragen van een veiligheidsgordel is verplicht.
- Hoewel de bordjes van de veiligheidsgordel aan waren, besloot een vrouwelijke passagier toch het toilet te gebruiken. [1]
1. een stevige band die iemand in een voer- of vliegtuig vasthoudt in zijn zetel ter bescherming tegen onverhoedse bewegingen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord veiligheidsgordel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Florian van Impe 10-06-19 Vrouw opent per ongeluk nooduitgang in plaats van toilet, vlucht 7 uur vertraagd