• veen·grond
enkelvoud meervoud
naamwoord veengrond veengronden
verkleinwoord

de veengrondm

  1. (aardrijkskunde) grondsoort, die is opgebouwd uit gehumificeerd plantaardig materiaal
    • Naar aanleiding van de doorbraak van de veendijk bij Wilnis in 2003 (waarbij 1500 inwoners geëvacueerd werden) is veel onderzoek gedaan naar de sterkte van dit type dijk. "We weten al veel, ook uit proeven met modellen, maar niet alles," vertelt Robin Biemans van Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (Stowa). ,,Hier hebben we de kans in de praktijk te zien hoe lang een echte kleidijk op veengrond het uithoudt totdat ie instort. We kunnen nu controleren of de rekenmodellen die wij hanteren, kloppen. [2] 
    • Het inklinken van de veengrond kan immers zorgen voor bodemdaling. [3] 
    • De palmoliesector is maatschappelijke organisaties al langer een doorn in het oog. Met name in Azië wordt op grote schaal oerwoud en veengrond in brand gestoken om ruimte te maken voor palmolieplantages. [4] 
    • De herinrichting is noodzakelijk. Engbertsdijksvenen dreigt de aloude veengrond in de toekomst te verliezen, als er niets gebeurt. De grond is te droog en moet 'vernat' worden. Momenteel worden diverse varianten - water toevoegen, water vasthouden of een combinatie daarvan - onderzocht. De herinrichting stuit vooralsnog op veel verzet bij omwonenden, die wateroverlast vrezen. [5] 
97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[6]