• val·fart
Naar frequentie 200967
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   valfart     valfarten     valfarter     valfartene  
genitief   valfarts     valfartens     valfarters     valfartenes  

valfart, m

  1. (religie) bedevaart, pelgrimage, pelgrimstocht
    «Da var det nemlig 100 år siden den sisste valfart fant sted til det hellige krusifiks i kirken.»
    Het was toen 100 jaar geleden dat de laatste bedevaart naar het heilige kruisbeeld in de kerk plaatsvond.
  2. (figuurlijk) constante stroom van mensen naar attracties, de plaats van een ongeval, enz.), reis van veel mensen


  • val·fart
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   valfart     valfarten     valfartar     valfartane  

valfart, m

  1. (religie) bedevaart, pelgrimage, pelgrimstocht
  2. (figuurlijk) constante stroom van mensen naar attracties, de plaats van een ongeval, enz.), reis van veel mensen