• vak·ken·pak·ket
enkelvoud meervoud
naamwoord vakkenpakket vakkenpakketten
verkleinwoord

het vakkenpakketo

  1. (onderwijs) de verzameling van vakken die een Nederlandse leerling in het voortgezet onderwijs in een bepaalde richting in een bepaald leerjaar heeft
    • De KU Leuven lanceert binnenkort een ondernemersplatform en een extra vakkenpakket om de ondernemingszin onder studenten aan te wakkeren. Gegeven de slechte prestaties inzake startend ondernemerschap in België, is dit nieuwe initiatief lovenswaardig.[2] 
    • Hierdoor houden ze een breed vakkenpakket. Pas aan het eind van het derde schooljaar moet een definitieve keuze worden gemaakt. Maar als iemand al zeker weet dat hij of zij de bouw in wil, dan kan er ook verdieping plaatsvinden in dat vakgebied.”[3] 
99 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 09/SEPTEMBER/2014 door Johan Van Gompel
  3. Tubantia Mariette Cellarius 24-NOVEMBER-2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be