vaderlandslievend

  • va·der·lands·lie·vend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vaderlandslievend vaderlandslievender vaderlandslievendst
verbogen vaderlandslievende vaderlandslievendere vaderlandslievendste
partitief vaderlandslievends vaderlandslievenders -

vaderlandslievend [1]

  1. met liefde voor het land dat je ziet als je vaderland
    • Als in 1914 de Eerste Wereldoorlog losbreekt, vraagt Debussy - die zich in een vaderlandslievende bui ‘Claude de France’ noemt - zich af hoe zijn muziek de natie kan dienen. In de krant laat hij ontvlambare uitspraken over ‘een muzikale bevrijding’ optekenen. Hoe geraffineerd en sensueel die bevrijding klinkt, kan je horen aan de sonates die hij tijdens de oorlog componeerde.[2] 
    • Het nieuwe curriculum verlangt ook dat religieuze scholen, die in aantal toenemen, kinderen bijbrengen dat de 'jihad'vaderlandslievend van geest is.[3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 13 DECEMBER 2017
  3. Tubantia Ruben Koenes 18-JULI-2017