uitvaart
- uit·vaart
- erfwoord via Middelnederlands utevaert / utevart van Oudnederlands utfarth, in de betekenis van ‘weggaan, vertrek; uitgang’ aangetroffen vanaf 901, in die van ‘begrafenis’ vanaf 1276 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitvaart | uitvaarten |
verkleinwoord | - | - |
- teraardebestelling of crematie van een overledene
- ▸ Almelo maakt zich op voor de uitvaart van Adolph graaf van Rechteren Limpurg. De op 88-jarige leeftijd overleden Heer van Almelo wordt morgen bijgezet in de grafkelder van de familie aan de Gravenallee. Het verkeer op de Van Rechteren Limpurgsingel wordt daarvoor stilgelegd.[5]
|
vervoeging van |
---|
uitvaren |
uitvaart
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaren
- ... dat jij uitvaart.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaren
- ... dat hij uitvaart.
- Het woord uitvaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitvaart" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ uitvaart op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "uitvaart" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Henk van Schuppen“Uitvaart Heer van Almelo: nog één keer passeert graaf Van Rechteren de Limpurgsingel” (22-11-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be