uitvaartverzorger

Nederlands

 
[2] uitvaartverzorger
Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·vaart·ver·zor·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitvaartverzorger uitvaartverzorgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uitvaartverzorgerm

  1. bedrijf dat begrafenissen en andere uitvaarten verzorgt
     Op een strooiveld van een crematorium in Appingedam hebben onbekenden vernielingen aangericht. Monumenten, beeldjes en bloemen zijn kapotgemaakt. Ook is er een beeldje in een sloot gegooid, zegt uitvaartverzorger Yarden.[1]
     Uitvaartverzorger en -verzekeraar DELA ziet het sterftecijfer al jaren afnemen. Hoewel er groei zit in het aantal uitvaarten dat het bedrijf verzorgt, is die groei wel lager dan verwacht. DELA let op de kosten, maar bezuinigingen zijn nu niet aan de orde. Dat geldt niet voor Yarden. Daar verloren dit jaar zo'n dertig werknemers hun baan, 15 procent van het personeelsbestand.[2]
  2. iemand die werkt bij een uitvaartonderneming
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Vernielingen bij crematorium” (Zondag 22 juli 2012, 17:08), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Laag sterftecijfer drukt loon uitvaartbranche” (Woensdag 9 november 2011, 15:19), NOS