• uit·vaart·toe·ris·me
enkelvoud meervoud
naamwoord uitvaarttoerisme
verkleinwoord

het uitvaarttoerismeo

  1. tocht naar de begrafenis of crematie van een bekend persoon
     Graftoerisme moet niet verward worden met „uitvaarttoerisme”, een woord dat verleden jaar werd geïntroduceerd voor toeristische uitstapjes om de uitvaart van een beroemdheid, zoals prins Bernhard of André Hazes, bij te wonen.[1]
  2. begrafenis of crematie georganiseerd op een locatie ver van de plaats of in een ander land dan waar de overledene woonde
     Nog zoiets Nederlands: sinds de ontkerkelijking kun je het afscheid inrichten zoals je zelf wil. Niet meer de pastoor of de dominee hebben de regie, maar uitvaartondernemingen. Hun klant is koning, er is concurrentie en dus valt er steeds meer te kiezen. Lijkwade? Natuuruitvaart? Bitterballen? U zegt het maar. „Nederland staat te boek als heel vooruitstrevend”, zegt Venhorst. Er bestaat zoiets als uitvaarttoerisme: Duitsers laten zich graag cremeren in Venlo, omdat de urn dan volgens Nederlandse wetgeving thuis op de schoorsteenmantel mag staan, waar dat in Duitsland uit den boze is. Engelsen vergelijken onze uitvaartcentra met hotels vanwege de horeca op topniveau.[2]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Kijken welke dooien er nu weer bij zijn gekomen” (1 november 2005) op dood.nl
  2.   Weblink bron “Alles mag bij Nederlandse begrafenis” (27-01-2017, 06:49), Tubantia