uitrustingsstuk
- Geluid: uitrustingsstuk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytrʏstɪŋˌstʏk / (4 lettergrepen)
- uit·rus·tings·stuk
- samenstelling van uitrusting zn en stuk zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitrustingsstuk | uitrustingsstukken |
verkleinwoord | uitrustingsstukje | uitrustingsstukjes |
de uitrustingsstuk v
- (militair), (techniek) elk van de zelfstandig bruikbare bestanddelen van een wapenrusting, scheepsuitrusting of van een werktuig
- In het gras lag een uitrustingsstuk van een graafmachine, en wel een zg. slotenbak.
- Het woord uitrustingsstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.