lans
- lans
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stoot- en werpwapen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lans | lansen |
verkleinwoord | lansje | lansjes |
- (militair), (middeleeuwen) een lang steekwapen met een metalen punt
- De ridder op het paard had een lans bij zich.
- Een lans breken voor iemand
Het voor iemand opnemen, iemand verdedigen, voor iemand opkomen
1. een lang steekwapen met een metalen punt
een lans breken voor iemand
- Het woord lans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lans" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lans" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be