uiteinde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uiteinde (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland, Limburg): /ˈœʏ.tεɪn.ˌdә/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈœː.tεːn.ˌdә/
Woordafbreking
- uit·ein·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en einde [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uiteinde | uiteinden uiteindes |
verkleinwoord | uiteindje | uiteindjes |
Zelfstandig naamwoord
- het uiterste punt van iets
- Het uiteinde van de draad steek je door het oog van de naald.
- een benaming voor oudejaar
- Waar vier jij dit jaar het uiteinde?
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord uiteinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uiteinde" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ uiteinde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be