uitdrukkingsloos
- uit·druk·kings·loos
- afgeleid van uitdrukking met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -s-
uitdrukkingsloos
- zonder uitdrukking
- Op het uitdrukkingsloze gezicht van de maffiabaas viel niets af te lezen.
- Het woord uitdrukkingsloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.