Hij zocht een tussenweg tussen helemaal stoppen met werken en doorgaan met 80 uur per week ploeteren.
In de ogen van de socialisten, die mede dankzij hem een succesvol ‘wethouderssocialisme’ hadden ontwikkeld, was hij alleen al daarom een zonderlinge reactionair. ‘Eéns was hij een figuur’, schreef dagblad Het Volk na zijn dood in 1931. Een te hard oordeel, vindt zijn biograaf nu. ‘Hij zocht naar een tussenweg tussen hard socialisme en onverantwoord socialisme.’ Na de Koude Oorlog, die Treub in de jaren twintig avant la lettre op de agenda had gezet met zijn angst voor Rusland en Azië, ging die koers de ‘Derde Weg’ heten. Of poldermodel. [2]