tuchthuis
- tucht·huis
- samenstelling van tucht en huis [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuchthuis | tuchthuizen |
verkleinwoord | tuchthuisje | tuchthuisjes |
het tuchthuis o
- gevangenis voor misdadigers
- tuchtschool
- [1] gevangenis, penitentiaire inrichting, huis van bewaring
1.
- Het woord tuchthuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuchthuis" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be