traptree
- trap·tree
- samenstelling van trap en tree
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | traptree | traptreeën traptrees |
verkleinwoord | traptreetje | traptreetjes |
- een deel van een trap waarop men kan staan
- Er zitten 32 traptreeën in deze trap.
1. een deel van een trap waarop men kan staan
- Het woord traptree staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.