traptrede
- trap·tre·de
- samenstelling van trap en trede
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | traptrede | traptreden traptredes |
verkleinwoord | - | - |
- een deel van een trap waarop men kan staan
- Er zitten 32 traptreden in deze trap.
- ▸ Toen Harald de laatste traptrede op de grond bereikte, versperde Oscar hem de weg met een stevige greep om beide trapleuningen.[1]
1. een deel van een trap waarop men kan staan
- Het woord traptrede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "traptrede" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be