Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·mis·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord transmissie transmissies
verkleinwoord transmissietje transmissietjes

Zelfstandig naamwoord

de transmissiev

  1. (werktuigbouwkunde) constructie waarmee de beweging van een aandrijvend onderdeel wordt overgebracht naar een aangedreven onderdeel, zodat de gewenste richting, snelheid en kracht van de beweging van dit aangedreven onderdeel zo efficiënt mogelijk bereikt wordt
  2. (medisch) blootstelling aan een ziektekiem
  3. (telecommunicatie) overzending van gegevens van een zender naar een ontvanger
  4. (natuurkunde) doorlating van straling of golven
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen