toonhaai
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toon·haai
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toon en haai [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toonhaai | toonhaaien |
verkleinwoord | toonhaaitje | toonhaaitjes |
Zelfstandig naamwoord
de toonhaai m
- (kraakbeenvissen) (voeding) bepaald soort zeevis, Mustelus mustelus , een haai van ongeveer 1 meter lengte, met een gladde grijs met wit gevlekte huid
Hyperoniemen
- gladde haaien, grondhaaien, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
Verwante begrippen
- Arabische toonhaai, Australische toonhaai, brakwatertoonhaai, bruine toonhaai, donkere toonhaai, dwergtoonhaai, egale toonhaai, floridatoonhaai, gebochelde toonhaai, gespikkelde toonhaai, gestreepte toonhaai, gevlekte toonhaai, grijze toonhaai, kleinoogtoonhaai, scherpsnuittoonhaai, sikkelvintoonhaai, smalsnuittoonhaai, stervlektoonhaai, witvlektoonhaai, zwartvlektoonhaai
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord toonhaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.