gladde haaien
- (IPA in voorbereiding)
- glad·de haai·en
- verbinding van gladde en haaien
- gladde haai zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gladde haaien | |
verkleinwoord |
de gladde haaien mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gladde haai
- meervoudsvorm als officiële benaming (kraakbeenvissen) een familie Triakidae van kraakbeenvissen in de orde grondhaaien (Carcharhiniformes ), bestaande uit 44 soorten in 9 geslachten
- [2] grondhaaien, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] Arabische toonhaai, Australische toonhaai, bandluipaardhaai, brakwatertoonhaai, bruine toonhaai, diepwatersikkelvinvaalhaai, donkere toonhaai, dwergtoonhaai, egale toonhaai, flapsnuitvaalhaai, floridatoonhaai, gebochelde toonhaai, gespikkelde luipaardhaai, gespikkelde toonhaai, gestreepte toonhaai, gevlekte luipaardhaai, gevlekte toonhaai, grijze toonhaai, grootoogvaalhaai, Japanse vaalhaai, kleinoogtoonhaai, langsnuitvaalhaai, luipaardhaai, ruwe haai, scherpsnuittoonhaai, scherpvinluipaardhaai, sikkelvintoonhaai, sikkelvinvaalhaai, smalsnuittoonhaai, snorvaalhaai, stervlektoonhaai, toonhaai, witvinvaalhaai, witvlektoonhaai, zeilrugvaalhaai, zwarttipvaalhaai, zwartvlektoonhaai
- Het woord 'gladde haaien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.