• te·rug·hou·dend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen terughoudend terughoudender terughoudendst
verbogen terughoudende terughoudendere terughoudendste
partitief terughoudends terughoudenders -

terughoudend [1]

  1. zonder zich bloot te geven, geen enthousiasme tonend
     "In Rusland is de afgelopen weken en maanden terughoudend gereageerd op de mogelijkheid van een NAVO-lidmaatschap voor Finland en Zweden. Uit de commentaren proef je wrevel, men is in Moskou duidelijk 'not amused' en lijkt enigszins verrast door de stroomversnelling waarin dit proces ineens is gekomen. Maar concrete indicaties van een mogelijk Russisch antwoord op de uitbreiding van de alliantie zijn vooralsnog uitgebleven.[2]
vervoeging van: terughouden
verbogen vorm: terughoudende

terughoudend

  1. onvoltooid deelwoord van terughouden
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Finse politieke leiders willen toetreden tot de NAVO, Rusland ziet dreiging” (12 mei 2022), NOS
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be