terugclaimen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van terugclaimen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | terugclaimen | terug te claimen | ||||||
toekomend | zullen terugclaimen terug zullen claimen |
te zullen terugclaimen terug te zullen claimen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | teruggeclaimd | te teruggeclaimd | ||||||
toekomend | teruggeclaimd zullen | teruggeclaimd te zullen | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
terugclaimend | teruggeclaimd | ev. claim terug |
mv. verouderd claimt terug |
claime terug (bijzin) terugclaime | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
tegenwoordig (o.t.t.) | claim terug | claimt terug | claimt terug | claimt terug | claimt terug | claimen terug | claimen terug | claimen terug | |
verleden (o.v.t.) | claimde terug | claimde terug | claimde terug | claimde terug | claimde terug | claimden terug | claimden terug | claimden terug | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal terugclaimen | zult/zal terugclaimen | zult/zal terugclaimen | zult terugclaimen | zal terugclaimen | zullen terugclaimen | zullen terugclaimen | zullen terugclaimen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou terugclaimen | zou terugclaimen | zou(dt) terugclaimen | zoudt terugclaimen | zou terugclaimen | zouden terugclaimen | zouden terugclaimen | zouden terugclaimen | |
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
tegenwoordig (o.t.t.) | terugclaim | terugclaimt | terugclaimt | terugclaimt | terugclaimt | terugclaimen | terugclaimen | terugclaimen | |
verleden (o.v.t.) | terugclaimde | terugclaimde | terugclaimde | terugclaimde | terugclaimde | terugclaimden | terugclaimden | terugclaimden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal terugclaimen terug zal claimen |
zult/zal terugclaimen terug zult/zal claimen |
zult/zal terugclaimen terug zult/zal claimen |
zult terugclaimen terug zult claimen |
zal terugclaimen terug zal claimen |
zullen terugclaimen terug zullen claimen |
zullen terugclaimen terug zullen claimen |
zullen terugclaimen terug zullen claimen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou terugclaimen terug zou claimen |
zou terugclaimen terug zou claimen |
zou(dt) terugclaimen terug zou(dt) claimen |
zoudt terugclaimen terug zoudt claimen |
zou terugclaimen terug zou claimen |
zouden terugclaimen terug zouden claimen |
zouden terugclaimen terug zouden claimen |
zouden terugclaimen terug zouden claimen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij |