Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·nen·krul·lend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tenenkrullend tenenkrullender tenenkrullendst
verbogen tenenkrullende tenenkrullendere tenenkrullendste
partitief tenenkrullends tenenkrullenders -

Bijvoeglijk naamwoord

tenenkrullend

  1. heel erg beschamend (gezegd van iets waarvoor je je schaamt)
    • Het beeld dat Vivian Kent, gespeeld door een hysterische Anna Chlumsy, van de journalistiek schetst, is tenenkrullend. [1] 
     Af en toe tonen Leibovitz’ privefoto’s nota bene een aaibare Sontag. Ik kies met opzet het tenenkrullend adjectief, want het is maar de vraag of Susan Sontag, die in 2004 overleed, zichzelf als publieke figuur met de hier getoonde mate van aaibaarheid had willen associëren.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Standaard: Recensie Inventing Anna [07.03.2022]
  2.   Weblink bron
    Joost Zwagerman
    “Kijken naar de kitsch van anderen” (8 december 2006) op nrc.nl