tegenspeler
- Geluid: tegenspeler (hulp, bestand)
- te·gen·spe·ler
- samenstelling van tegen bw en speler zn
- Naamwoord van handeling van tegenspelen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenspeler | tegenspelers |
verkleinwoord | tegenspelertje | tegenspelertjes |
de tegenspeler m
- een speler van de tegenpartij
- iemand die met een ander samenspeelt
1. een speler van de tegenpartij
2. iemand die met een ander samenspeelt
- Het woord tegenspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegenspeler" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be