succursale
- Geluid: succursale (hulp, bestand)
- IPA: / ˌsʏkʏrˈsalə / (4 lettergrepen)
- suc·cur·sa·le
- van Frans succursale [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | succursale | succursalen |
verkleinwoord |
- (bedrijfskunde) vestiging die een ondersteunende functie heeft voor een grotere vestiging waaraan zij ondergeschikt is
- ▸ In ons land zijn de activiteiten inzake retailbankieren, ondergebracht in Deutsche Bank nv (ex-Crédit Lyonnais Bank België), al grotendeels gescheiden van het bankieren voor ondernemingen, gegroepeerd bij Deutsche Bank AG, een succursale van Deutsche Bank.[2]
- (religie) (rooms-katholiek) kerk die ondersteunende functie heeft voor de hoofdkerk van een parochie
- ▸ De kerk werd ingewijd op 15 april 1845. In 1853 werd ze verheven tot proosdij, in 1854 tot succursale en in 1856 als zelfstandige parochie erkend.[3]
-
1. De succursale in Wingene van de Jeugdinstelling De Zande in Ruiselede.
-
2. Dit kerkje in Pian Nava is een succursale van de kerk in Bee .
- succursaal (uitspraakvariant)
- [2] bijkerk
- [1] hoofdkantoor
- [2] hoofdkerk
- [1] agentuur, bijhandelshuis, bijkantoor, dependance, depot, filiaal
- Het woord succursale staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "succursale" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron sm“Deutsche Bank bouwt pan-Europese retailbank” (4 augustus 2000) op standaard.be
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Onze Lieve Vrouw van Bijstandkerk Lozer” op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be