hoofdkerk
- hoofd·kerk
- samenstelling van hoofd en kerk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdkerk | hoofdkerken |
verkleinwoord | hoofdkerkje | hoofdkerkjes |
- (religie) voornaamste kerkgebouw in een regio
- Het woord hoofdkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoofdkerk" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be