dependance
- Geluid: dependance (hulp, bestand)
- de·pen·dan·ce
- Van het Franse dépendance, in de betekenis van ‘bijgebouw’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- uit het Frans (met het achtervoegsel -ance)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dependance | dependances |
verkleinwoord | dependanceje | dependancejes |
- (bouwkunde) een gebouw of complex van gebouwen, dat organisatorisch bij een ander gebouw hoort en op enige afstand op een andere locatie is gesitueerd
- Het ziekenhuis heeft een dependance in een ander deel van de stad.
- Het woord dependance staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dependance" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "dependance" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be