• stu·wing
enkelvoud meervoud
naamwoord stuwing stuwingen
verkleinwoord

de stuwingv

  1. hoge druk of ophoping die ontstaat door een belemmerde afvloed
    • Hoewel op sommige plekken in de regio het asfalt door de extreme warmte zacht begint te worden en door stuwing omhoog komt, is de toestand van de wegen in Overijssel in het algemeen nog goed. [2] 
    • De overvloedige regenval van de afgelopen weken heeft nergens tot problemen geleid. Dat komt volgens het Waterschap Vechtstromen mede door de aanpassingen aan de Regge en het inrichten van opvanggebieden voor water. Daardoor is er minder stuwing en ontstaan er minder knelpunten. [3] 
    • Stephanie kreeg steeds ongevraagd een hand onder haar shirt. Bij mijn tweede kraamhulp vond ze het nodig mij om de tien minuten te controleren op stuwing in de borsten. Waardoor ik non-stop een hand onder mijn shirt kreeg waar mijn vriend haast jaloers op werd. Ik werd er gek van! [4] 
  2. voortbeweging door duwen
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]