Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuw·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stuwkracht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de stuwkrachtv / m

  1. (natuurkunde) uitstoten van massa als oorzaak van versnelling
  2. (techniek) grootte van de aandrijfkracht
  3. (figuurlijk) inzet om voortgang te boeken

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen