stukadoorswerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stukadoorswerk (hulp, bestand)
- IPA: / stykaˈdorswɛrək / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- stu·ka·doors·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stukadoorswerk | stukadoorswerken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het stukadoorswerk o
- (bouwkunde) hoofdzakelijk uit kalk of gips bestaande laag die als afwerking op wanden of plafonds is aangebracht
- ▸ Na de lunch breng ik een bezoek aan de nieuwe woning van mijn dochter. Het stukadoorswerk is bijna gereed.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord stukadoorswerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Th. Hendriks“Hollands Dagboek” (12 november 1994) op nrc.nl