1. Het stukadoorswerk wordt aangebracht door een stukadoor. (links)
  • stu·ka·doors·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord stukadoorswerk stukadoorswerken
verkleinwoord - -

het stukadoorswerko

  1. (bouwkunde) hoofdzakelijk uit kalk of gips bestaande laag die als afwerking op wanden of plafonds is aangebracht
     Na de lunch breng ik een bezoek aan de nieuwe woning van mijn dochter. Het stukadoorswerk is bijna gereed.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Th. Hendriks
    “Hollands Dagboek” (12 november 1994) op nrc.nl