1. Het stukadoorwerk wordt aangebracht door een stukadoor. (links)
  • stu·ka·door·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord stukadoorwerk stukadoorwerken
verkleinwoord - -

het stukadoorwerko

  1. (bouwkunde) hoofdzakelijk uit kalk of gips bestaande laag die als afwerking op wanden of plafonds is aangebracht
     Het gehele stukadoorwerk zal worden verwijderd.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Sonesta-koepel zal voorlopig rood zijn” (23 maart 1993) op nrc.nl