strijdmakker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  strijdmakker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• strijd·mak·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  strijd zn  en  makker zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	strijdmakker	strijdmakkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de strijdmakker m

1. iemand waarmee je samen vecht tegen een gemeenschappelijke vijand

   • Leonhard stond een sterke communistische partij in een democratisch Duitsland voor ogen. Toen Oost-Duitsland na de oprichting van de DDR de weg naar de dictatuur insloeg, vluchtte Leonhard naar het Westen. Zijn oude strijdmakker Walter Ulbricht was van 1949 tot 1971 de sterke man van de DDR. In 1961 liet hij de Muur bouwen dwars door Berlijn.  
   • Met 90 kilometer per uur en op slechts 6 meter hoogte vloog O’Malley naar de gewonde strijdmakker. In een intense wolk van stof sprongen militairen net buiten het Taliban-bolwerk veilig van het toestel. Vijf minuten lang probeerden vijandige strijders de bepantserde helikopter te raken met hun geweren, maar het lukte ze niet om het toestel neer te halen.  
   • Een van de hoofdrolspelers rond het neerschieten van vlucht MH17 schuift de verantwoordelijkheid daarvoor af op de Russische regering. Oud-kolonel Sergej Doebinski – beter bekend onder zijn schuilnamen ‘Sergej Petrovski’ en ‘Chmoery’ (brompot) – heeft zich tegenover een oude strijdmakker laten ontvallen dat Moskou verantwoordelijk zou zijn voor het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014.  

Synoniemen

• strijdgenoot, medestrijder, wapenbroeder , kameraad

Antoniemen

• vijand, tegenstander

Vertalingen

    1.   

Engels: brother in arms (en), comrade (en)

Gangbaarheid

• Het woord strijdmakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strijdmakker" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.