• stop·zet·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stopzetten
zette stop
stopgezet
zwak -t volledig

stopzetten

  1. overgankelijk laten stilstaan of ophouden, afzetten, stilzetten
     Onderwijsminister Arie Slob staat de pers te woord naar aanleiding van het stopzetten van de financiering van het Haga Lyceum.[1]
vervoeging van
stopzetten

stopzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van stopzetten
    • ...dat wij stopzetten. 
    • ...dat jullie stopzetten. 
    • ...dat zij stopzetten. 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron
    Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper
    “Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be