stiefkind
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stief·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stiefkind | stiefkinderen |
verkleinwoord | stiefkindje | stiefkindjes |
Zelfstandig naamwoord
stiefkind o
- een kind van iemands partner en zijn of haar vroegere partner
- Zij behandelde haar stiefkinderen steeds met minder zorg dan haar eigen kinderen.
Antoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een kind van iemands partner en zijn of haar vroegere partner
Gangbaarheid
- Het woord stiefkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stiefkind" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be