• sterf·te
enkelvoud meervoud
naamwoord sterfte sterftes
sterften
verkleinwoord - -

de sterftev

  1. het aantal sterfgevallen in een bepaalde tijd of in bepaalde omstandigheden
    • Er was dit jaar een zorgbarend hoog percentage verloskundige sterfte. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]