Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·sterf·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oversterfte oversterftes
oversterften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oversterftev

  1. de mate waarin de gebruikelijke strefte in een bepaalde periode overschreden wordt
    • Oversterfte neemt verder af, vorige week negenhonderd meer overledenen dan gemiddeld [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen