staar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- staar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staar | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) oogziekte die gekenmerkt wordt door een vertroebeling van de ooglens
- ▸ De twaalf verschillende lampentypen kunnen volgens Signify gebruikt worden in uiteenlopende omgevingen, zoals kantoren, scholen, fitnesscentra, winkels, magazijnen en het openbaar vervoer. Sommige modellen zijn zelfs geschikt voor een diepe reiniging bij bijvoorbeeld toiletten. Zij hebben ook sensoren waarmee ze de aanwezigheid van een mens of een dier kunnen aanvoelen. Ze gaan dan alleen aan als er niemand in de buurt is. UV-straling kan huidkanker en staar veroorzaken.[6]
- (medisch) oogziekte die gekenmerkt wordt door een verhoogde druk van het glasvocht
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staar | staren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
vervoeging van |
---|
staren |
staar
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staren
- Ik staar.
- gebiedende wijs van staren
- Staar!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staren
- Staar je?
Gangbaarheid
- Het woord staar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "staar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[10] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "staar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ staar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ staar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ staar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Signify breidt aanbod desinfecterende UV-lampen uit” (25-06-2020), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Werkwoord
staar
- verouderde spelling of vorm van står tot 1917
Nynorsk
Werkwoord
staar
- verouderde spelling of vorm van står tot 1917