• staar·ope·ra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord staaroperatie staaroperaties
verkleinwoord - -

de staaroperatiev

  1. (medisch) ingreep waarbij een vertroebelde ooglens wordt vervangen door een kunstlens
    • Inmiddels is Ata Kandó negentig jaar oud. Ze heeft net een staaroperatie achter de rug, door een val doen haar ribben pijn, en zij is aangeslagen door het recente overlijden van haar boezemvriendin en landgenote Eva Besnyö. [2]
96 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]