Nederlands

 
[1] spreekbuis voor de kapiteit
 
[1] spreekbuis voor de leveranciers
Uitspraak
Woordafbreking
  • spreek·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spreekbuis spreekbuizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spreekbuisv / m

  1. (verouderd) buis waardoor men, zonder elektronische hulpmiddelen, binnen een gebouw kan communiceren
  2. (communicatie) medium waardoor iemand zijn boodschap de wereld in kan sturen
    • Enige tijd waren er binnen de verschillende afdelingen van het Heartland Institute zelf ook dergelijke, ogenschijnlijk tegenstrijdige krachten aan het werk. 's Werelds voornaamste instituut op het gebied van ontkenning van de klimaatverandering biedt onderdak aan het zogenaamde Center on Finance, Insurance and Real Estate. Tot mei 2012 was dat in feite een spreekbuis voor het verzekeringswezen, onder leiding van de goed in Washington ingevoerde, conservatieve Eli Lehrer. [3] 
    • Allereerst wil ik mijn dank uitspreken aan alle planetenjagers die hun medewerking hebben verleend en mij zeer gastvrij hebben ontvangen op hun werkplek of op de digitale spreekbuis. [4] 
    • Volgens Febeg, de spreekbuis van de elektriciteits- en gassector, kan België een voorbeeld nemen aan Groot-Brittannië. Daar veilt de overheid de extra capaciteit die nodig is om de energievoorziening van het land te waarborgen.[5] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. spreekbuis op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Klein, Naomi
    No time vertaald door Ineke van den Etskamp, Marianne Gaasheek e.a. [2014] ISBN 978-90-445-3376-7 pagina 65
  4. Ellerbroek, Lucas
    Planetenjagers [2014] ISBN 978-90-351-4140-7 pagina 291
  5. de Standaard DONDERDAG 16 NOVEMBER 2017
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be