speer
- speer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speer | speren |
verkleinwoord | speertje | speertjes |
- een lange stok met een punt eraan, (werd) gebruikt voor de jacht, oorlogvoering of atletiek.
- Ook tegenwoordig worden speren nog gebruikt, speerwerpen wordt als sport nog beoefend.
- speerdistel, speerdrager, speerhaai, speerhaak, speermaat, speerpunt, speerreep, speervissen, speervormig, speerwerpen
1. een lange stok met een punt eraan, (werd) gebruikt voor de jacht of oorlogvoering
- Het woord speer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "speer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ speer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ speer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ speer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be