• speer
  • In de betekenis van ‘steekwapen’ voor het eerst aangetroffen in 1220 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord speer speren
verkleinwoord speertje speertjes

de speerv / m

  1. een lange stok met een punt eraan, (werd) gebruikt voor de jacht, oorlogvoering of atletiek.
    • Ook tegenwoordig worden speren nog gebruikt, speerwerpen wordt als sport nog beoefend. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]