specimen
- spe·ci·men
- uit het Latijn[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | specimen | specimens specimina |
verkleinwoord | - | - |
het specimen o
- typische representant van een groep, kenmerkend voorbeeld uit een categorie
- Bijna vanzelfsprekend werd hij de leidende autoriteit op het gebied van coprolieten — versteende uitwerpselen — en hij bezat een tafel die geheel uit zijn verzameling specimens was opgebouwd. [2]
- De schilder Mondriaan is ongetwijfeld een representatieve figuur onder de hedendaagsche schilders en als zoodanig is zijn werk een aanvulling; er is thans van vele 'richtingen' een specimen van hedendaagsche schilderkunst in ons raadhuis te vinden. [3]
1. exemplaar van een groep
- Het woord specimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "specimen" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Bryson, BillEen kleine geschiedenis van bijna alles Vertaald door Servaas Goddijn [2015] ISBN 978-90-450-2987-0 pagina 91
- ↑ Hanssen, LéonDe schepping van een aards paradijs [2015] ISBN 978-90-214-5810-6 pagina 487
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be