exemplaar
- exem·plaar
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1641 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exemplaar | exemplaren |
verkleinwoord | exemplaartje | exemplaartjes |
het exemplaar o
- een individueel voorbeeld ergens van
- Ik heb nog maar twee exemplaren van deze zeldzame munt gezien.
- ▸ De gemeente beschrijft de mammoet als "de compleetste gemummificeerde mammoetvondst ooit". Volgens BBC News is het pas de tweede keer dat een bevroren wolharige mammoet is gevonden. Het eerste exemplaar werd in 2007 opgegraven in Siberië. Die vondst was zeker 42.000 jaar oud.[2]
1. een individueel voorbeeld ergens van
- Het woord exemplaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "exemplaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "exemplaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Zeer zeldzame bevroren babymammoet ontdekt in Canada” (26 jun 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be