• ver·sie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitvoering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1831 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord versie versies
verkleinwoord versietje versietjes

de versiev

  1. een bepaalde vorm of variant van een uitgave
    • Op de cd staat ook een a capella versie van de hit. 
    • De bioscoop draait gelukkig niet de nagesynchroniseerde maar de originele versie van de film. 
     Een tropische versie van Schotland, met meer dan 60 miljoen schapen en ontelbare gevaarlijke rivieren.[3]
  2. een bepaalde verklaring of interpretatie van een gebeurtenis
    • Hij geeft een andere versie van het incident. 
    • De politieagent heeft ook de versie van de buren gehoord. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]


versie

  1. versie