• re·pre·sen·tant
enkelvoud meervoud
naamwoord representant representanten
verkleinwoord - -

de representantm [3]

  1. vertegenwoordiger (van iets of iemand)
  2. (kunst) persoon die drager is van een bepaalde eigenschap, die exponent is van een bepaalde stroming
  3. element dat gelijkwaardig is aan en in de plaats kan treden van een ander, vervanger, plaatsvervanger
89 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]