spærre
- spær·re
- Werkwoord: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord sperra
- Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Deense werkwoord spærre
Naar frequentie | 11541 |
---|
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spærre |
spærrer |
spærrede |
spærret |
volledig |
spærre
- (verkeer) afsluiten, afzetten, blokkeren, stremmen, versperren (een straat of weg)
- belemmeren (het uitzicht)
- (figuurlijk) afsluiten (de toevoer van gas of water)
- (figuurlijk) blokkeren (een rekening)
- (figuurlijk) intrekken (de vakantie)
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spærre | m: spærren o: spærret |
spærrer | spærrerne |
genitief | spærres | m: spærrens o: spærrets |
spærrers | spærrernes |
- spærre in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk