sofisticeren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van sofisticeren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		sofisticeren			te sofisticeren
	toekomend		zullen sofisticeren			te zullen sofisticeren
voltooid	tegenwoordig		gesofisticeerd			te gesofisticeerd
	toekomend		gesofisticeerd zullen			gesofisticeerd te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	sofisticerend		gesofisticeerd			ev. sofisticeer	mv. verouderd sofisticeert	sofisticere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	sofisticeer	sofisticeert	sofisticeert	sofisticeert	sofisticeert	sofisticeren	sofisticeren	sofisticeren
verleden (o.v.t.)	sofisticeerde	sofisticeerde	sofisticeerde	sofisticeerde	sofisticeerde	sofisticeerden	sofisticeerden	sofisticeerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal sofisticeren	zult/zal sofisticeren	zult/zal sofisticeren	zult sofisticeren	zal sofisticeren	zullen sofisticeren	zullen sofisticeren	zullen sofisticeren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou sofisticeren	zou sofisticeren	zou(dt) sofisticeren	zoudt sofisticeren	zou sofisticeren	zouden sofisticeren	zouden sofisticeren	zouden sofisticeren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij