Snijmais in silagewagen op weg naar de kuil
  • snij·mais
enkelvoud meervoud
naamwoord snijmais
verkleinwoord

de snijmaism

  1. (landbouw) planten van Zea mays  , geteeld om in hun geheel als veevoer te worden gebruikt
    • Erger is het gesteld met de maïsteelt, het belangrijkste gewas in de regio. We verwachten dat de dorsmaïs een verminderde opbrengst van 90 tot 100 procent heeft en dat de snijmaïs en de zomergranen maar de helft van het normale volume zullen opbrengen. Ook de aardappelteelt heeft zwaar geleden. Vele knollen hebben nieuwe scheuten gekregen waardoor ze niet meer voor consumptie bruikbaar zijn.[1] 
    • Het CBS meldde verder dat de gerstoogst met 3 procent is gestegen naar 237 miljoen kilo. De oogst van snijmaïs daalde met 10 procent tot 7,2 miljard kilo. [2] 
    • Een varken eet een aantal malen zijn gewicht op voor hij geslacht wordt. Een deel van het voedsel wordt op eigen bodem geproduceerd (snijmais). Het merendeel wordt ingevoerd uit de Derde Wereld. [3] 
  1. de Standaard 10 augustus 2006 Stef Telen
  2. Tubantia 4 oktober 2016
  3. Volkskrant H. Savenije 9 oktober 1997
  4. Zie taaladvies Onze Taal